31 jan Wijzigingen Arbowet; meer wettelijke arbo rechten werknemer
Met het aannemen van de wijzigingen in de Arbeidsomstandighedenwet op 24 januari ’17 heeft de Eerste Kamer werknemers meer wettelijke arbo rechten gegeven. Een werknemer die twijfelt over het oordeel van een bedrijfsarts kan straks vragen om een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Ook krijgt elke werknemer het wettelijk recht om de bedrijfsarts te spreken.
Hieronder een paar punten uit de nieuwe wet.
Bedrijfsarts adviseert
Sinds de Wet Verbetering Poortwachter is de werkgever verantwoordelijk voor de verzuimaanpak. Werkgever en werknemer laten zich daarbij ondersteunen door een bedrijfsarts. Sommige werkgevers laten in de praktijk de verzuimbegeleiding helemaal aan de bedrijfsarts over. Dat zorgde voor onduidelijkheid want welke belangen heeft de bedrijfsarts dan te dienen? Hij of zij moet immers de gezondheid van de werknemer ook vooropstellen.
Met de nieuwe wet wordt de rol van de bedrijfsarts scherper.
Werknemers kunnen bedrijfsarts raadplegen
Van een werknemer wordt verwacht dat zij/hij zich actief opstelt als het gaat om eigen gezondheid, ontwikkeling en mobiliteit. Daarbij hoort ook dat zij de mogelijkheid krijgen om de bedrijfsarts te raadplegen over gezondheidsvragen in relatie tot het werk.
Met de nieuwe wet moet voor iedere werknemer duidelijk zijn dat zij/hij zonder toestemming van de werkgever gebruik kan maken van de diensten van de bedrijfsarts of arbodienst. Daarbij mogen ook geen onnodige drempels over plaats en tijdstip worden opgeworpen.
Basiscontract als minimum
In de nieuwe wet worden minimum eisen gesteld aan het contract tussen arbodienst en werkgever. Dat minimum bevat in ieder geval:
- het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie
- de deskundige begeleiding bij ziekte
- het aanbieden van (periodiek) arbeidsgezondheidskundig onderzoek, en
- indien relevant het verrichten van wettelijk verplichte aanstellingskeuringen
- de nieuwe wettelijke taak van het bieden van doeltreffende toegang voor de consultatie van de bedrijfsarts door de werknemer.
Second opinion
Onder de nieuwe wet wordt in de overeenkomst tussen de arbodienst/bedrijfsarts en de werkgever opgenomen dat de werknemer het oordeel van een bedrijfsarts kan laten voorzien van een second opinion door een andere bedrijfsarts. De werknemer vraagt dit aan de bedrijfsarts en deze verwijst de werknemer. Een verwijzing voor een second opinion wordt door de bedrijfsarts in principe altijd gehonoreerd. Behalve als er zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. Dat kan zijn omdat er geen enkele grond bestaat voor het verzoek.
Als de situatie daarom vraagt, kan de bedrijfsarts ook een second opinion aan de werknemer aanbieden. Bijvoorbeeld als de bedrijfsarts niet de specifieke kennis heeft die nodig is om een beroepsziekte vast te stellen. De werknemer bepaalt echter of er een andere bedrijfsarts wordt geraadpleegd. De kosten voor de second opinion zijn voor rekening van de werkgever op grond van artikel 44 Arbowet.
Geen deskundigenoordeel
Deze second opinion, die wordt uitgevoerd door een andere bedrijfsarts, moet overigens onderscheiden worden van het deskundigenoordeel. Die wordt door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gegeven op verzoek van werknemer of werkgever.
Wil jij weten wat (Arbo-)wetswijzigingen voor jouw organisatie betekenen? Neem dan gerust contact op!